k e n n i s
m a k i n g
Na het afsluiten van een jarenlange zelfstandige activiteit als
kleinhandelaar in jeans- en vrijetijdskleding, verhuisde ik omstreeks 1985
van Houthalen naar Kermt-Hasselt.
Daar, in mijn nieuwe woonomgeving, passeerde dagelijks een ouder
vrouwtje voor mijn raam. Ze was klein van gestalte en met haar hoofd
licht voorovergebogen kon ik haar zelden erop betrappen, dat ze haar
gezichtsveld verder afwendde van de plaats die zich voor haar voeten bevond.
Afhankelijk van het tijdstip of de draagtas in haar arm, liet het zich
vermoeden dat ze op weg was naar een buurtwinkeltje of een
misviering in de nabij gelegen kerk te Spalbeek.
En afgezien dat ze een naaste buurvrouw was en ze door andere buren als
'nonneke' omschreven werd, was me niets over haar bekend. Nooit had ik toen kunnen vermoeden dat tussen dit vrouwtje en mezelf,
een blijvende en innige vriendschapsband zou kunnen groeien…
Maar sinds de dag dat ik in
de tuin was en haar tijdens het voorbijgaan vriendelijk begroette, zou
'tante nonneke' nooit meer weg zijn in mijn leven.
Dat eerste contact verliep dermate spontaan, ontvankelijk, sympathiek en
aangenaam, dat er achteraf enkel een hongerig gevoel kon overblijven om
mijn buurvrouwtje beter te leren kennen.
En dat gebeurde snel, want bij een volgende ontmoeting enkele dagen
later, nodigde ik haar uit om binnen te komen en na deze langdurige
visite kon er al geen sprake meer zijn van enige afstandelijkheid.
Vanaf dan zouden onze contacten immers gewoon bij het dagelijkse
leven gaan behoren, zich uitbreiden tot wederzijdse hulp bij
bezigheden en ontelbare boeiende of vertrouwelijke gesprekken.
En konden er door omstandigheden tijdens de dag geen mogelijkheden
zijn tot enig contact, dan werd die dag toch zelden afgesloten zonder 's
avonds nog even een korte slaapwel toe te wensen aan het
raam van
Tonia's kamer, amper een 5-tal meter verwijderd van mijn
woning.
e n g a g e
m e n t
Uit een en ander groeide tenslotte
een wederzijdse en oprechte betrokkenheid, bezorgdheid en waardering,
die uiteindelijk ten grondslag lag van een volwaardig, wederzijds
engagement.
En dit engagement vertolkte zich
voor mij bijna pijnlijk waardevol tijdens een ziekteperiode in 1991,
waarbij Tonia een erg belangrijke en ondersteunende rol kon
spelen. Niet enkel haar praktische hulp zoals het
uitlaten van Simmeke of het
aandienen van boterhammetjes, maar vooral haar gemeende
bezorgdheid, betrokkenheid en warmhartigheid, droegen beslist bij
tot mijn herstel.
Deze ervaring sterkte de
verbintenis nog meer en een wederkerige inzet was vanzelfsprekend.
Met plezier kon ik Tonia genoegen verschaffen door uitstapjes of
bezoeken te coördineren aan o.a. haar
ouderlijke woning
in Westelbeers of
haar zieke zus
Nolda, die in 1993 overleed.
Ook doe-het-zelf-hulpjes en de talloze visites aan Tonia's aan het hart
liggende zus
Betje in Eindhoven, evenals de praktische en
administratieve hulp bij diens
overlijden, konden Tonia
rust en genoegdoening schenken.
Jarenlang beleefden we veel
plezier en voldoening aan elkaars gezelschap,
deelden we zowel gevoelens van vreugde als verdriet, konden we rekenen op
elkaars onvoorwaardelijke steun en bestonden er tijdens onze duizenden
gesprekken nooit taboes aangaande welk onderwerp dan ook.
Door deze hechte band betekende Tonia voor mij méér dan een familielid
en het lag dan ook voor de hand dat, toen Tonia's huisgenote
Tonia Vekemans
(oudste dochter van
zus Kee) plots
overleed op 11/3/1998, ik Tonia niet
aan haar lot zou overlaten.
Na overleg met haar en mijn toenmalige partner en latere vriendin
Daisy, en in afwachting van een plaats
in een rusthuis, namen wij Tonia onverwijld op in ons gezin, dat
ondertussen naar Zonhoven verhuisd was.
Wegens haar talloze logementen bij ons in Zonhoven, was Tonia overigens reeds
goed vertrouwd met deze omgeving.
Dat deze plotse gezinsuitbreiding niet altijd vlekkeloos kon verlopen en
om nieuwe aanpassingen en afspraken vroeg is evident, maar deze
turbulenties konden de
vriendschapsband zeker niet ontwrichten.
En het was gevoelsmatig best een
pijnlijk gebeuren, toen Tonia haar intrek nam in
rusthuis
Vinkenhof te Houthalen. Toch kon deze
verhuis evenmin van invloed zijn op de
continuïteit van de bestaande vriendschap, betrokkenheid of
engagement...
m a n d a a
t
Rekening houdend met het vertrouwen
dat er gedurende vele jaren kon groeien, was het dan ook niet
verwonderlijk dat Tonia me lang geleden bezorgd vroeg: "of ik voor haar
zou willen zorgen als ze 'oud' zou zijn, of zich niet meer in staat zou
voelen om haar eigen belangen te kunnen behartigen of haar wensen uit te
drukken".
Niet zonder trots aanvaardde ik deze blijk van vertrouwen en gingen we
een tijdje later,
via mandaat, over tot mijn aanstelling als wettelijke vertegenwoordiger
en zaakgelastigde.
Afgezien van mijn persoonlijke en gevoelsmatige betrokkenheid met Tonia,
neem ik dit mandaat al jaren gewetensvol en ernstig op en blijf ik,
samen met Hildegard, waakzaam op
Tonia's belangen toezien en deze op een gedreven wijze behartigen.
Gezien onze meer dan 25-jarige
nauwe vriendschapsrelatie meen ik over, meer dan wie ook, voldoende inzicht
in en voeling met Tonia's wezen te beschikken om, in mijn
hoedanigheid als mandaathouder en overeenkomstig met de wens van Tonia
zelf, de meest passende schikkingen te kunnen treffen,
ongeacht mogelijke belangenvermengingen of bemoeienissen van
welke derde partij dan ook.
En ik dank mijn vrouw
Hildegard
die, indien mijn overlijden zich vroeger zou aankondigen dan dat van
Tonia, dit mandaat conform aan mijn wijze van behartiging en de wens van Tonia,
zal overnemen en uitoefenen.
d a n k
Ik heb de vriendschap met
Tonia steeds als een belangrijke verrijking in mijn leven ervaren en ben
dankbaar dat onze wegen zich konden kruisen. En
dankjewel voor al diegenen die daar enigszins voeling, respect of
waardering voor konden koesteren, of daar uiting aan gaven.
g e l d
Met enige tegenzin voeg ik dit
onderwerp toe aan deze rubriek en richt het aan diegenen, die via
beperkte denkpatronen, negativisme of nodeloze jaloezie,
onze vriendschap met Tonia respectloos menen te kunnen benaderen of te
degraderen, als zijnde een primitieve en egoïstische jacht op materieel
gewin.
Zo werden wij o.a. medio 2006 door een chagrijnige
Leen Nouwens, zijnde een zus van de daarbij
eveneens aanwezige Toni van Kasteren-Nouwens, brutaal beledigd en ervan
beschuldigd Tonia financieel te willen benadelen, haar onder dwang
verplicht te hebben een mandaat te ondertekenen en claimde zij een tijd
later ook nog ‘als familielid’ en occasionele bezoeker een meer prominente rol te spelen in het
leven van Tonia dan wijzelf die, aansluitend bij Tonia's uitgesproken
keuze zowat dagelijks met haar in contact staan en voortdurend in de
weer zijn om haar belangen te behartigen. Of tot wat nodeloze jaloezie
en onwetendheid leiden kan...
Indien voor
dergelijke mensen een oprechte bekommernis aangaande het welbehagen van
Tonia wèrkelijk van primair belang zou zijn, zouden ze wellicht eerder
uiting geven van blijdschap en erkentelijkheid jegens onze
huidige mantelzorgfunctie.
Maar laat mij tot enige geruststelling
van hen
voor één keertje uit de biecht spreken en duidelijk stellen dat Tonia nooit
over betekenisvolle tegoeden beschikte, haar pensioentje niet eens toereikend is om
haar verblijf in het rusthuis te voldoen en het OCMW de
rusthuisrekeningen deels ten laste dient te nemen.
Tevens, en althans wat onszelf betreft, zou een louter geldelijk of
materieel gewin voor ons nooit een grondslag kunnen vormen om een
dergelijk engagement en arbeidsintensieve inzet die de huidige
mantelzorg met zich meebrengt, te motiveren, laat staan te compenseren.
Integendeel kosten ons engagement aangaande onze mantelzorgfunctie en de
(juridische) verdediging van de belangen van ouderen, ons handenvol
geld.
Toch wil ik, helaas tot spijt van wie het benijdt,
eerlijkheidshalve bekennen, dat Tonia mij reeds vele jaren geleden tot
enige erfgenaam van haar dierbaarste bezit aanwees, en derhalve haar heiligenbeeldjes, prentjes, scapulieren en
paternosters misschien ooit in ons bezit zullen komen....
Herman & Hildegard
7/03/2010 - Hildegard -
Tonia - Herman (foto: Philip Vanoutrive) |
|
7/03/2010 -
Tonia - Herman
(foto: Philip Vanoutrive) |
|